Maandag 3 September 1934                                                                            78e Jaargang

             T E R  N E U Z E N S C H E  C O U R A N T  

                               ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN


 HOEK.

Concert.

Ter gelegenheid van de jaardag van H. M. de Koningin gaf de muziekvereeniging “Elk naar zijn Krachten” alhier, onder leiding van den onderdirecteur den heer P. Vergouwe, het aangekondigde concert.
Onder beste weersomstandigheden en een bijzonder groote toeloop van het publiek werd het programma, dat gedeeltelijk met toepas-selijke liederen was gevuld, op zeer vlotte wijze uitgevoerd en vond bij het publiek een hartelijk onthaal.
Eveneens was dit het geval met de nummers van den zangvereeniging “Orescendo”, die met hun zang de muziekpause aanvulde.
Na het concert had een niet alledaagsche plechtigheid plaats. Het was n.l. de laatste dag dat de gemeenteveldwachter, de heer J. van Hermon, die gedurende bijna 25 jaar voor het mijn en dijn der Hoekenaren had gewaakt, in functie was.
Men verzocht den scheidenden functionaris op het muziekpodium plaats te nemen en, staande tusschen den Edelachtb. heer Burgemeester en het bestuur van het muziekgezelschap, liet de heer Vergouwe zijn muzikanten een “lang zal hij leven” aanheffen, hiermee de wensch uitdrukkend, dat het hem gegeven moge zijn nog lang van zijn welverdiende rust te genieten.
De heer Van Hermon dankte zichtbaar be-wogen voor de aardige attentie en verzocht
de muziek bij den heer Nieuwelink iets voor hem te willen gebruiken.
Aldaar aangekomen bleek ook de nieuw benoemde veldwachter, de heer D. de Jonge aanwezig te zijn. De heer Vergouwe indachtig “Le roi est mort, vive le roi”, liet ook voor den functionaris ‘een lang zal hij leven” spelen.
Een gezellige Koninginnedag met een aardig slot.

Een afscheid.

Vrijdag werd alhier op de raadszaal in tegenwoordigheid van den gemeenteraad, het gemeentepersoneel en afgevaardigde der bri-gades Ter Neuzen en Philippine, en den rijks-veldwachter te dezer plaatse, benevens nog enkele genoodigden officieel afscheid genomen van den vertrekkenden gemeenteveldwachter
J. van Hermon, welke te dien einde met zijn vrouw in de raadzaal was ontbonden.
De burgemeester Mr. J. A. van Tienhoven nam afscheid van zijn veldwachter in de volgende bewoordingen:
We zijn hier bijeengekomen om afscheid van U te nemen, nu ge ons en de gemeente Hoek gaat verlaten. Er is een tijd van komen en er is een tijd van gaan. Ge hebt gemeend, dat de tijd van gaan voor U is aangebroken. Ik moet U zeggen, en ik meen, dat ik spreek uit naam van alle Hoekenaren, dat ons dat heengaan zeer ter harte gaat. Immers ge hebt bijna 25 jaren in ons midden vertoefd en zijt zoo langzamerhand een stuk van Hoek geworden. Hoek is bijna niet denkbaar zonder zijn veldwachter Van Hermon. Ge hebt U doen kennen als een uitnemend ambtenaar, U meer onderscheiden door tact dan door krachtig optreden. Tweemaal in al dien tijd hebt ge van Uw gummistok gebruik gemaakt.

 

Meermalen van Uw wandelstok om de jongens een tik voor de broek te geven. Deze zullen het U wel vergeven, omdat het altijd een verdiende bestraffing was. Ge hebt weinig processen-verbaal opgemaakt, want het was Uwe gewoonte bij kwesties meer als bemiddelaar op te treden dan als man van de wet. Toch kan men bezwaarlijk zeggen, dat het in den Hoek er min-der ordelijk om is toegegaan dan op andere plaatsen. Ook voor het gemeentebestuur en de secretarie hebt ge U doen kennen als een goed ambtenaar. Steeds hebt ge opdrachten nauw-gezet en met alle bereidwilligheid vervuld en voor Uwe medeambtenaren hebt ge U betoond een bovenste beste kameraad. Het is daarom een behoefte geweest van het gemeentebestuur en het secretariepersoneel om U bij Uw vertrek een aandenken mee te geven. Wat dat zijn moet heeft ons niet lang bezig gehouden. Immers behalve het uniform is het kenmerkende altijd voor een veldwachter geweest de wandelstok. Het uniform zult ge moeten afleggen, maar omtrent de wandelstok is niets bepaald. Neem daarom van ons deze wandelstok in ontvangst en voer hem nog tal van jaren met U mede in Uwe kwaliteit van oud-veldwachter van den Hoek.
Vrouw van Hermon! Gedurende een lange reeks van jaren hebt gij U voor de gemeente verdienstelijk gemaakt door te zorgen voor de schoonmaak en de verwarming van het gemeentehuis en door de raadsleden en wet-houders bij hun moeilijken arbeid te voorzien van koffie. Niet minder verdienstelijk hebt ge U gemaakt door Uw man te verzorgen, zoodat hij met lust en ijver zijn taak kon vervullen. Voor al die dingen meen ik U den dank der gemeente te moeten overbrengen. Moge het U beiden gegeven zijn nog tal van jaren in Vlissingen te kunnen doorbrengen in het bezit van een goede gezondheid en in het bijzijn van allen, die jelui lief zijn.
Zooals ik reeds gezegd heb, er is een tijd van komen en een tijd van gaan. De tijd van komen is aangebroken voor De Jonge.
De Jonge! Wij wenschen U en Uwe vrouw een hartelijk welkom toe in Uwe nieuwe woonplaats. We hopen, dat ge hier een
gelukkig leven tegemoet gaat en dat ge later met voldoening op Uw loopbaan alhier kunt terugzien. Moge het U gegeven zijn een waardig opvolger te worden van Van Hermon.
Namens het gemeentepersoneel bood hij den scheidenden ambtenaar een wandelstok met zilveren knop aan.
Als oudste wethouder voerde hierna nog het woord de heer J. A. Meertens, die den ver-trekkenden veldwachter dankte voor de aangename vervulling van zijn taak.
Opperwachtmeester De Leeuw van Ter Neuzen sprak namens de aanwezige collega’s een woord van dank voor de hulp die zij steeds van den veldwachter hadden ondervonden en prees verder zijn houding tegenover zijn mede-politiebeambten. Namens hen bood hij den veldwachter een meerschuimen pijp aan.
Nadat de heer Van Hermon zijn dank had uitgesproken voor de stoffelijke blijken van belangstellenden en de vriendschap van allen ondervonden, werd dit afscheid met het nemen van een foto besloten. De nieuw benoemde veldwachter was met zijn echtgenoote hierbij eveneens tegenwoordig.